LKQ: “Wij zijn geen pure onderdelenverkoper meer”

David Colantonio, Country Director Belgium LKQ.

Met die vragen – en nog verschillende andere – trokken we naar David Colantonio, de Country Director Belgium van LKQ. “Kijk, LKQ Belgium is opgebouwd uit een 10-tal overnames die we door de jaren heen hebben gedaan,” steekt hij van wal. “Voorheen was er hier geen LKQ. Al die bedrijven hadden hun eigen magazijnen, eigen systemen en eigen logistiek. Deze herstructurering is eigenlijk een logistieke transitie. We zetten volop in op integratie, waardoor we klaar zijn voor een Europa zonder grenzen en ook dichter bij onze klanten komen te staan. Als een niet-courant onderdeel in België gevraagd wordt en dat zich in een magazijn in Italië bevindt, moet dat zo snel mogelijk hier geraken.”

Volgens het plan gaan filialen van LKQ in Maasmechelen en Mornimont dicht en wordt er gesaneerd in Vilvoorde. “Eén nationaal depot voor België is er niet meer,” zegt Colantonio. “Dat verhuist naar het Nederlandse Berkel en Rodenrijs, van waaruit we Frankrijk en de Benelux bedienen, met een volledig geautomatiseerd distributiecentrum van 50.000 m². Van hieruit beleveren we elke nacht klanten. Daarnaast werken we met drie Belgische magazijnen: Vilvoorde, Naninne en Moeskroen. Zij leveren aan alle onafhankelijke grossiers, garagisten, eigen filialen en carrossiers in de buurt. Waar we vroeger maar één keer per nacht en één keer per dag uitleverden, zal dat nu eenmaal per nacht en twee à drie keer per dag zijn. Het hele plan is nu voor zo’n 90% uitgevoerd, we moeten nog een beetje finetunen en dan zijn we tegen de zomer volledig rond.”

Risico in stock

Op die manier moeten onderdelen sneller en gemakkelijker bij de klant terechtkomen, aldus Colantonio. “Het juiste stuk, op de juiste plek, op het juiste moment, dat is de uitdaging. Er zit veel risico in het aanhouden van stock, want de automobielwereld verandert in een enorm tempo. Voor de aanpassingen namen wij soms een onderdeel vier keer in onze handen voordat het bij de klant kwam. Dat is voorbij. Bij ons is dat nu één of maximaal twee keer. Ons aantal referenties daalt ook niet, integendeel, het stijgt van 120.000 naar 185.000. Maar: we gaan niet meer elk onderdeel bijhouden in elk magazijn. Dat hoeft ook niet meer met deze structuur.”

Colantonio geeft een voorbeeld: uitlaten. “Vroeger moest je die overal op voorraad hebben omdat ze heel regelmatig werden vervangen en onmiddellijk beschikbaar moesten zijn. Vandaag is dat veel minder zo. ’s Nachts een uitlaat leveren om hem de volgende dag, op afspraak, te installeren, is perfect oké. Met het geld dat beschikbaar komt door onze betere logistiek kunnen we investeringen doen, bijvoorbeeld in programma’s om EV-batterijen te repareren. Dat maakt ons klaar voor de toekomst.”

Pijnlijke impact

De omschakeling is voor LKQ dus economisch zinvol, maar ze zal ook banen kosten. Aanvankelijk was er sprake van 266 jobs die geschrapt zouden worden, uiteindelijk zijn het er 180 geworden. “Dat is pijnlijk en we beseffen maar al te goed de impact voor die mensen,” zegt de Country Director. “Dat zijn geen beslissingen die lichtzinnig worden genomen. Maar: we doen dit niet vanwege economische malaise. Integendeel, ik ben optimistisch over de toekomst. We hebben een nieuwe visie op de markt, die een andere aanpak vraagt en nieuwe competenties. Er werken nog altijd zo’n 600 mensen bij LKQ, zij weten waarom die visie er is.”

In die toekomst zullen logistieke stromen ook anders verlopen dan vandaag, aldus Colantonio. “Neem battery packs van EV’s. Als die nu een probleem hebben, zal de fabrikant het hele pakket vervangen onder garantie. Als binnenkort de eerste golf elektrische wagens uit garantie komt, zullen die waarschijnlijk veel meer op celniveau gerepareerd worden, bij onafhankelijke garagisten. Die batterijen zullen dus terug bij de garages binnenkomen, wat betekent dat de traditionele flow omgekeerd moet worden. Zulke zaken willen wij aankunnen en dat betekent dat wij partners gaan zoeken die we vandaag nog niet zo goed kennen, om ons hierin te ondersteunen. Ook daar zijn we ons op aan het voorbereiden. Nog een andere trend is software. Auto’s worden rijdende computers die geregeld software-updates zullen krijgen. Vroeger kon de onafhankelijke garagehouder daarvoor snel even bij de merkgarage om de hoek terecht, maar daar hebben ze geen tijd meer voor zulke zaken. Ook daar liggen dus opportuniteiten, maar die vragen opleiding en investeringen, ook van de garagist.”

Wat dat betreft, zitten we vandaag ongeveer in dezelfde situatie als 20 jaar geleden, toen de eerste diagnose-apparaten beschikbaar kwamen. “Toen twijfelden ook veel garagisten: moeten we daar nu al in investeren of niet? Vandaag is dat met de EV net zo. EV’s duiken nog niet echt courant op in de onafhankelijke garage en dat houdt investeringen tegen. Maar vergis je niet: de EV komt er. Je kunt het niet vermijden, dus je kunt het maar beter omarmen (lacht). Je moet je aanpassen of je dreigt niet meer relevant te zijn en dus te verdwijnen.”

Meer dan een dozenschuiver

Zoals gezegd: wat de toekomst betreft, is voor Colantonio het glas eerder halfvol dan halfleeg. “Oh, absoluut. Ik ben er ook van overtuigd dat LKQ er over enkele jaren heel anders zal uitzien dan vandaag. Wij zijn nu al geen pure onderdelenverkoper meer. Wij zijn bezig met repareren, herconditioneren, software en data, gereedschap en het aanbieden van knowhow. Dat is veel meer dan enkel dozen vanuit een magazijn tot bij een garage krijgen. En dat zal in de toekomst alleen maar toenemen. Klanten komen niet enkel naar LKQ om een onderdeel te kopen, maar omdat ze weten dat wij hen kunnen helpen om dat onderdeel correct te installeren. Wij groeien in de markt en ik ben ervan overtuigd dat we die groei nog wel even kunnen aanhouden. En niet alleen onze groei houdt aan, ook onze klantentevredenheid. Dat alles maakt me eigenlijk erg hoopvol voor de toekomst. The best is yet to come (lacht).”